LAND
Verenigde Staten
HOOFDSTAD
Washington
TIJDZONE
+/- GMT -5 t/m -10
VALUTA
US$
TAAL
Engels, Spaans
Verenigde Staten
Washington
+/- GMT -5 t/m -10
US$
Engels, Spaans
Weetjes
Route 66 bestaat niet meer als officieel weg sinds 1985
Route 66 zijn allemaal aan elkaar gekoppelde stukken weg
Op een aantal trajecten moet je kiezen uit welke tijd je de route 66 gaat volgen, hij is namelijk nog al eens verlegd
Wanneer
Wij reden route 66 in september oktober, het najaar in de USA
Xtra
Om vast in de stemming van je reisbestemming te komen hebben we wat lees, luister en kijk materiaal verzameld
Lees: The grapes of wrath (De druiven der gramschap) van John Ernst Steinbeck
Luister: Route 66 van Nat King Cole en Take it easy van The Eagles
Kijk: Cars van Disney Pixar
Auteur
Geschreven door: Anja
Foto’s door: Anja en Marc
Met ons gezin met twee kinderen (3 en 1 jaar oud) reizen we een jaar lang over de wereld in een truck camper. Eén van onze belevenissen is onze trektocht langs de weg der wegen, de Motherroad, route 66. We beleven route 66 van het begin tot het eind, van Chicago naar Los Angeles. Een reis door acht staten van Amerika met een steeds veranderende cultuur, landschap, klimaat en tijdzone. Een reis terug in de tijd ook, vol met symboliek, waarbij je dagelijks ervaart dat route 66 veel meer is dan alleen een weg. En natuurlijk ook een reis vol ontmoetingen met bijzondere mensen. In drie delen vertellen we ons verhaal van route 66. Dit is deel één. Route 66 door Illinois en Missouri.
Route 66 dateert uit de jaren 20. In die tijd werd besloten dat het handig was om een aaneengesloten verbinding te hebben vanuit Chicago naar Los Angeles. Het was niet één weg, maar door de acht staten waar route 66 doorheen loopt, werden stukken weg route 66 genoemd. Samen vormden die een weg van oost naar west. In het begin was niet eens de hele route geasfalteerd. In de loop van de tijd werden stukken weg aangepast, geasfalteerd of omgelegd, maar altijd bleef er een route 66. Uiteindelijk werden er vanaf de jaren ‘70 steeds meer snelwegen (interstates) aangelegd zoals we die nu kennen. Pas in de jaren ‘80 werd route 66 officieel opgeheven. Maar veel mensen wilden de ‘spirit’ van route 66 behouden en er ontstond een ware route 66 revival. Overal langs de oude route 66 vind je er nog dingen van terug. Veel van de oude weg bestaat nog en is nog te rijden. Soms zijn stukken weg vervangen door snelweg, maar meestal ligt de oude weg er nog. Met behulp van routebeschrijvingen en hier en daar bordjes langs de weg, is de oude route goed terug te vinden.
Route 66 was niet zo maar een route van A naar B. Het was de ontsluiting van het Westen. Het vertegenwoordigde een trektocht naar een nieuw en ander leven en ademde de sfeer van vrijheid en onderweg zijn.
Het rijden van de oude route is om drie redenen leuk (wat ons betreft): De hele weg is één groot retro gebeuren. Een brok nostalgie. Overal vind je overblijfselen van de jaren ‘20 tot en met de jaren ‘70. Van auto’s, restaurantjes en motels met uithangborden in neonverlichting, muurschilderingen, musea etc. etc. Er is veel terug te vinden van het leven van toen en je komt helemaal in de sfeer van deze tijd. Route 66 was destijds ook niet zo maar een route van A naar B. Het was de ontsluiting van het westen. Het vertegenwoordigde een trektocht naar een nieuw of ander leven en ademde de sfeer van vrijheid en onderweg zijn. De tweede reden waarom het rijden van route 66 leuk is, is dat je veel meer ziet van het land dan als je over de snelweg reist; je komt ook veel meer in de gelegenheid om interessante mensen te ontmoeten. En de derde reden is dat het leuk is om als een soort puzzeltocht door het land te trekken. Het geeft je als het ware een soort extra doel, een extra dimensie aan de reis. Het is een legendarische route om te rijden en we blijken het nog veel leuker te vinden dan we van tevoren hadden verwacht.
Route 66 begint bij Jackson street, direct aan Lake Michigan. Het eerste stuk rijd je midden door het centrum. Chicago is een leuke stad. Er hangt een prettige sfeer. We menen het straatbeeld te herkennen uit films en televisieseries. Met de routebeschrijving en de kaart samen kunnen we het goed vinden. Ook staan er hier en daar bordjes langs de weg met ‘historic route 66’, zodat we weten dat we nog goed zitten. Marc rijdt en ik zit er naast met twee opengevouwen kaarten en een boek op schoot. Dit vraagt om wat navigatiewerk. We krijgen direct het gevoel iets bijzonders aan het doen te zijn. Hier reden vroeger de mensen die richting het westen van Amerika trokken. Niks snelwegen. Gewoon op deze weg, dwars door de stad. We zijn begonnen met route 66!
Onze start van route 66 liep wat anders dan gepland. Vanaf de Canadese grens rijden we in anderhalve dag door Michigan en een klein stukje Indiana naar Chicago. Rond een uur of drie zitten we zo’n 60 km rijden bij Chicago vandaan. Route 66 begint midden in het centrum van Chicago en we vinden het eigenlijk te laat om daar nog mee te starten. Ons plan is om zo dicht mogelijk bij de start te overnachten en dan morgenochtend te beginnen. We vinden het nu eigenlijk nog wat vroeg om te stoppen, zowel in tijd als in de afstand van het startpunt. We zijn nog niet bij de staatsgrens met Illinois, dus we besluiten om nog wat verder te rijden. Vaak is er bij een staatsgrens een visitor center, dus daar zouden we kunnen stoppen en vragen waar de dichtstbijzijnde camping is. Als er niks behoorlijks is kunnen we altijd een stukje terugrijden naar deze plek, want hier hebben we net een afrit naar een camping gezien. Een verkeerde gok… Niet lang na dit beslispunt wordt het verkeer heel druk, we naderen de stad en rijden ineens midden in de bebouwing van de voorsteden van Chicago. Na een paar mijl is er inderdaad een visitor center. Helaas zit die vlak na een afslag, op een heel andere weg dan waar wij heen moeten en nog een tolweg ook. Het verkeer terug staat helemaal vast, dus terugrijden ziet er ook niet aanlokkelijk uit. We besluiten om dan maar door te rijden en wel te zien wat er van komt. Ik had gelukkig vanmorgen nog wel de routebeschrijvingen van route 66 opgezocht en in de auto gelegd. Maar we hebben nog geen kaart van de omgeving gekocht en hadden ook nog een boek over route 66 willen kopen.
Het centrum van Chicago nadert en de skyline is geweldig. Het is onmogelijk om hier ergens te stoppen, dus maken we wat foto’s door de voorruit. Met behulp van een priegelig kaartje uit een reisgids vinden we de straat waar route 66 start, maar uit de rest van de routebeschrijving kan ik zonder kaart niet zo goed wijs worden. Ik zie wel dat er in het centrum ergens een informatiecentrum moet zijn, dus we besluiten daar maar heen te rijden. We willen daar een kaart kopen van de regio en informeren naar een camping. Misschien hebben ze ook wel informatie over route 66. Dan zoeken we een plek voor vannacht en kunnen we ons lekker inlezen.
Het is inmiddels vijf uur. Het eerste informatiecentrum kunnen we niet vinden, dus gaan we op zoek naar de volgende. Die is pal aan Michigan Avenue, een van de grote winkelstraten in het centrum van Chicago. Tussen het drukke stadsverkeer en de taxi’s rijden wij met onze camper. Marc zet me af bij het visitor center. Aangezien we hier nergens kunnen parkeren blijft hij rondjes rijden. Het visitor center schiet niet zo veel op. Kaarten verkopen ze niet, campings zijn er niet binnen de stadgrenzen van Chicago en informatie over daarbuiten hebben ze niet. Over route 66 hebben ze alleen een map met kopietjes van internetpagina’s die ik al ken. De mevrouw achter de balie weet me wel te vertellen dat er aan de overkant van de straat een boekhandel is die kaarten verkoopt. Dus laat ik Marc weten dat hij nog maar wat rondjes moet rijden en ik sluit aan bij de groep mensen die staan te wachten bij het zebrapad. Even krijg ik de sfeer mee van deze grote stad. Op een ander moment in een andere situatie zou ik nu de Magnificent Mile af gaan lopen en op m’n gemak de sfeer op gaan snuiven en gaan winkelen…. Maar dat is toch een beetje vervelend voor Marc die nog steeds rondjes aan het rijden is. De boekenwinkel blijkt enorm groot te zijn en een grote selectie reisboeken en kaarten te hebben. De verleiding is weer groot om hier te blijven plakken. Ik overweeg even snel onze opties. Die camper ergens parkeren zou nog wel lukken als we daar ons best voor deden, maar het is nu bijna 6 uur en er is voorlopig nog geen zicht op een overnachtingsplek. Met 2 kinderen achterin die ongetwijfeld tussen nu en een uur honger krijgen is dat toch minder handig. Ik vind inmiddels wel wat ik zoek, reken af en loop terug naar de straat. Marc kan snel ergens even stoppen, ik spring weer in de camper en daar gaan we weer. Met de wetenschap dat we de stad uit zullen moeten om een camping te vinden, maar geen idee hebben in welke richting we dat het beste kunnen doen, komen we tot de conclusie dat we toch maar het beste aan route 66 kunnen gaan beginnen. Eenmaal buiten Chicago komen we dan vanzelf langs een plek om te overnachten.
En dus zijn we gestart! Al snel zijn we door het centrum en komen we meer in de buitenwijken van Chicago. Daarna volgen een hele serie voorsteden van Chicago. Inmiddels begint het te schemeren en zijn we nog steeds niet langs een camping gekomen. Het visitor center in Joliet blijkt gesloten, dus we gokken op een state park 20 km van de route af. In het pikdonker komen we bij het state park aan, maar het blijkt dat je er niet kunt kamperen. We beginnen het nu wel zat te worden. Bij een benzinepomp weet iemand dat er bij een afrit van de snelweg zo’n 20 km verderop een camping staat aangegeven. Dat is in ieder geval iets, dus daar gaan we maar naartoe.
Het blijkt dat we in buurt van Joliet uitkomen, dus we zijn weer terug bij route 66! De camping is vreselijk. Hij ligt echt pal aan de snelweg en het sanitair is oud. Maar het kan me niks schelen. We slapen toch in onze camper en ik wil nu gewoon een plek om te slapen. Bij de receptie zitten twee mannen die blijkbaar de camping beheren. Ze zitten met een blikje bier en een sigaretje naar een sportkanaal op de televisie te kijken. Het geheel ziet er wat louche uit. Ze zijn overigens wel heel aardig. Ze maken een gezellig praatje met Marc, terwijl ik in de auto wacht met de kinderen. In mijn beleving duurt het eeuwig voordat we eindelijk onze camper neer kunnen zetten.
Bij daglicht en uitgerust na een goede nachtrust ziet de wereld er weer heel anders uit. De camping is oud, maar ook weer niet zo vreselijk als we gisteravond dachten. Over de snelweg zien we de een na de andere oldtimer voorbij rijden. Die gaan naar een route 66 oldtimer show die in de buurt wordt gehouden. Op de camping staan er ook een aantal. Hoewel het leuk is om naar te kijken, blijven we niet al te lang. Ontbijten in de walmen van de uitlaatgassen van de snelweg is toch minder. We breken dus snel op, zeggen, zoals beloofd, de mannen van de receptie nog even gedag en rijden terug naar waar we route 66 in Joliet gisteren hebben verlaten.
In Joliet gaan we eerst het museum/visitor center bekijken. Buiten stortregent het, dus het is een goed moment voor een museum. Joliet is de stad van de Blues Brothers en dat zie je in het museum ook uitgebreid terug. Ook de oude auto’s waar je in kunt zijn erg leuk. We vermaken ons uitstekend in de souvenirswinkel. Heerlijk al die gadgets. We moeten ons bedwingen om niet allemaal onzinnige dingen te kopen. Van Joliet rijden we via allerlei binnenweggetjes naar Pontiac. Het visitor center blijkt gesloten op zaterdag, dus gaan we naar het museum dat er naast ligt. Het blijkt een soort pakhuis wat helemaal vol staat met allemaal route 66 items. Van oude benzinepompen, drinkbekers van restaurants uit de jaren ‘60 tot krantenartikelen. Je kunt het zo gek niet bedenken of het staat er. Het geeft wel een goed beeld van de leven ‘rondom’ route 66. Of eigenlijk van het leven in Amerika uit die tijd. Het museum wordt gerund door vrijwilligers. De vrijwilliger van vandaag is een wat oudere man, die direct vriendelijk naar ons toe komt. Het is zo’n man die een praatje met je maakt en die vervolgens niet uitgepraat raakt. Hij weet ons wel leuke wetenswaardigheden te vertellen van dingen uit de buurt en hij neemt ons mee naar buiten en laat ons een prachtige muurschildering zien van route 66. Het is verder stil in het museum, dus blijkbaar is hij blij met een paar bezoekers. Later blijkt dat hij ook verslaggever is op de radio en rondrijdt in een prachtige rode cabrio. Dat had ik dan weer niet achter hem gezocht…
Toen de weg werd verlegd hebben ze simpelweg het restaurant een kwartslag gedraaid, zodat ze aan de nieuwe weg kwamen te liggen.
We lunchen vandaag in de ‘Old log cabin’ in Pontiac. Het grappige van dit restaurant/eetcafé is dat ze toen de weg werd verlegd, ze simpelweg het restaurant een kwartslag hebben gedraaid, zodat ze aan de nieuwe weg kwamen te liggen. Veel eigenaren van restaurants en motels raakten hun klanten kwijt toen er nieuwe snelwegen kwamen en moesten vaak uiteindelijk de deuren sluiten. De eigenaren van de ‘Old log cabin’ waren dus ondernemend genoeg om dit te voorkomen. In ieder geval is het eten er erg goed.
We rijden weer verder door allemaal kleine plaatsjes. Parallel aan de weg die we rijden zien we stukken weg met borden ‘road closed’. Soms groeit het gras door het asfalt heen. Hier lag dus vroeger route 66. In sommige plaatsjes hebben ze de oude benzinepompen helemaal gerestaureerd. Een aantal werken ook nog echt. Zo is er iedere keer weer wat te zien onderweg. Om een uur of 4 gaan we bij een benzinepomp vragen of ze weten of er een camping in de buurt is. We hebben geen zin in een zelfde situatie als gisteren. De jongen bij de benzinepomp is erg aardig, hij schrijft voor ons de route op een blaadje naar een camping in Lincoln, een half uurtje rijden verderop. Hij begint hierbij wel drie keer opnieuw, omdat hij tóch een route weet die nóg makkelijker is voor ons. We vinden het uiteindelijk makkelijk en staan dus dit keer op tijd op een camping. De camping ligt pal langs een doorgaande weg en heeft niet meer dan 10 plaatsen en een klein veldje voor tenten. Maar het ziet er allemaal keurig uit en de eigenaar is erg aardig. Op de paar vierkante meter die de camping groot is, hebben ze zo ongeveer alle denkbare faciliteiten.
Soms groeit het gras door het asfalt heen. Hier lag dus vroeger Route 66.
‘s Avonds begint het te regenen en te onweren. Het stortregent werkelijk. Maar wij zitten lekker droog in ons campertje. We horen aan de tijd tussen de flitsen en de donder dat de bui vlak boven ons hoofd moet zitten. Opeens zien we een flits en horen we een enorme harde knal. De camper schudt heen en weer. Marc en ik kijken elkaar aan en denken allebei hetzelfde: die is ergens ingeslagen en het kan niet ver hiervandaan zijn. Marc doet de deur van de camper open, maar we zien niets anders dan een dik gordijn van regen. Gelukkig neemt de onweersbui weer af en we slapen die nacht heerlijk. De volgende ochtend loopt Marc over de camping om naar de toiletgebouwen. In een hoek van de camping, op nog geen 50 meter van onze camper vandaan, is de bliksem in een grote boom geslagen. De bliksem heeft zich als het ware als een soort slang om de boom gedraaid. De houtsnippers liggen overal, tot vlak voor onze camper. Het heeft niet gebrand, blijkbaar regende het daarvoor te hard. Als we er zo voor staan ziet het er wel heel indrukwekkend uit. En 50 meter…dat is niets…. Daar moet je maar niet teveel over nadenken!
We trekken weer verder via het plaatsje Lincoln en Springfield. Hier bezoeken we het graf van president Lincoln. Hierna volgen nog wat kleine plaatsjes en het vlakke landschap waar we inmiddels aan gewend zijn geraakt. Aan het einde van de middag naderen we de staatsgrens. Vlak voor St. Louis steken we de Mississippi over. Via de brug over de rivier rijden we de staat Missouri binnen.
Direct na de Mississippi en de staatsgrens met Missouri ligt de stad St. Louis. Missouri is een erg vriendelijke staat, die bij de grens een ‘welcome center’ heeft. Ze adviseren ons hier een camping in een state park aan de andere kant van de stad. Via de snelweg zou dit een kwartiertje rijden zijn, maar wij besluiten – geheel volgens de oude route 66 – dwars door St. Louis heen te rijden. We hebben een goede routebeschrijving die steeds aangeeft bij welke straat we links- of rechtsaf moeten. Het enige nadeel van de beschrijving is dat deze niet precies aangeeft hoe lang het duurt voor de volgende aanwijzing komt, dus dat betekent dat je langzaam rijdend ieder straatnaambordje moet lezen tot je de goede gevonden hebt. Er staan af en toe wel bordjes, maar die routeaanduiding is niet helemaal waterdicht en er zijn veel verschillende routes door de stad. In de loop der jaren is de route nog wel eens veranderd. Het is dus maar net welke je volgt, waardoor je je maar beter bij één routeaanduiding kunt houden. Dat betekent voor ons dat we onze papieren routebeschrijving aanhouden. Die is in ieder geval volledig. De bordjes langs de weg gebruiken we alleen als een soort bevestiging dat we de goede kant op gaan. Gewapend met een kaart uit het welcome center waar een aantal hoofwegen in de stad op zijn aangegeven en de routebeschrijving, allebei uitgevouwen op schoot, rijden we de stad in. In het begin missen we een zijstraat, maar dat herken ik snel op de kaart, dus keren we en pakken we de route weer op. Daarna ben ik het overzicht op de kaart aardig kwijt. Er staan te veel straten niet op om het goed te kunnen volgen. Maar dat geeft niet, we kijken gewoon goed op de straatnaambordjes. Marc leest hardop de straatnamen die hij ziet en ik blijf ze proberen op te zoeken op de kaart. Af en toe heb ik er weer één en weten we weer zeker dat we goed zitten.
Na een tijdje rijden moeten we volgens onze aanwijzingen bij een bepaalde straat rechtsaf. De straat staat helaas niet op de kaart, dus we moeten het van de straatnaam bordjes hebben. We rijden een tijdje, maar zien de betreffende straatnaam nog niet, dus volgen we nog steeds dezelfde weg. In de tussentijd steeds zoekende naar aanknopingspunten op de kaart. Na een tijdje rijden beginnen we ons toch af te vragen of we de straat niet gemist hebben, het duurt zó lang. Maar omdat we zo goed hebben opgelet op de namen van de zijwegen, kunnen we ons dat eigenlijk niet voorstellen en besluiten we toch door te rijden. In de tussentijd wordt de buurt waar we door rijden er niet beter op. De huizen worden vervelozer, de auto’s ouder, de mensen op straat sjofeler en hier en daar ook bedreigender. Niet een plek om een lekke band te krijgen of zo, maar dat gebeurt gelukkig ook niet. Inmiddels hebben we kilometers door de stad gereden en ben ik op de kaart volledig kwijt waar we zijn. Er zijn ook geen route 66 bordjes meer langs de straat. Ik begin me door de buurt wat ongemakkelijk te voelen, Marc wordt vooral alerter.
We komen tot de conclusie dat dit niet kan kloppen, we zullen toch wel ergens een afslag hebben gemist. Op de kaart zoek ik naar een aanknopingspunt voor een aanwijzing verderop op route 66, misschien kunnen we daar rechtstreeks heenrijden. Dan missen we maar een stukje. Verderop zien we moderne gebouwen, misschien dat we daar kunnen komen en dan onze weg zoeken. Net als ik het echt minder leuk begin te vinden, zien we ineens de straatnaam van de straat waar we rechtsaf moesten. De afslag kwam gewoon nu pas. We hebben zeker 5 kilometer door de stad gereden! De volgende straten waar we in moeten volgen snel en de routebeschrijving blijkt gewoon te kloppen. Alsof we een grens over rijden, rijden we nu ineens een modern zakencentrum in, waar de stad een heel andere sfeer ademt. We halen toch een beetje opgelucht adem en rijden de route verder door de stad. Het is ruim een uur later als we bij de camping aankomen, die overigens erg mooi is. We maken snel wat te eten klaar en dan wordt het al weer donker.
In de tussentijd wordt de buurt waar we door rijden er niet beter op. De huizen worden vervelozer, de auto’s ouder, de mensen op straat sjofeler en hier en daar ook bedreigender.
De volgende dag vervolgen we onze weg langs route 66. We doen boodschappen bij Wal-Mart, picknicken in een stadpark met een prachtige nieuwe speeltuin en eindigen de dag uiteindelijk op een camping in de buurt van Dixon. De camping is onderdeel van een boerderij met een groot stuk land en ligt helemaal afgelegen. Bij de receptie is niemand, maar als we op een belletje drukken komt de boer op zijn tractor aangereden. Hij was op het land aan het werk, maar komt ons even helpen en rijdt ons met de tractor voor naar onze plek. We staan aan een rivier pal tegenover een plek waar een ondergrondse bron in het water uitkomt. Je ziet het water borrelen en het heeft zelfs een andere kleur. In de bomen zit een beest te roepen. Als we er met de zaklantaarn naar schijnen houdt het zijn mond, maar we kunnen het beest zelf niet ontdekken. Op dit deel van de camping staat verder niemand. Na een lekker ontbijtje de volgende ochtend vertrekken we weer.
Het is mooi om het landschap geleidelijk te zien veranderen. Illinois was voornamelijk een grasvlakte. Missouri is groener en heeft meer bos. Af en toe passeren we hele mooie oude stukken route 66. Het wegdek wordt duidelijk niet meer onderhouden en de wegen zijn vaak smal. En de weg ‘meandert’ wat meer, volgt bijvoorbeeld een stroompje of riviertje in plaats van de kaarsrechte snelweg. De bruggen die we overgaan zijn duidelijk uit een andere tijd. Smal en niet berekend op zware voertuigen. Het weer is nog steeds mooi. We komen langs het plaatsje Cuba met het Wagon Wheel motel. Een karakteristiek motel met een typische route 66 uithangbord. Je kunt zien dat dit motel de makers van de Cars film hebben geïnspireerd. Iets verder op is een grappige souvenirs winkel met heerlijke route 66 prularia. Buiten staat een enorme schommelstoel die de grootste van de wereld zou zijn. Ik geloof het zomaar. Al was het maar, omdat niemand anders de moeite neemt om een grote schommelstoel te maken en neer te zetten. Toch heeft het iets grappigs.
Buiten staat een enorme schommelstoel die de grootste van de wereld zou zijn. Ik geloof het zomaar. Al was het maar, omdat niemand anders de moeite neemt om een grote schommelstoel te maken en neer te zetten.
In Springfield stoppen we bij een ‘Stake ‘n’ Shake’, een hamburger-restaurant-keten die vooral in dit deel van het land gevestigd zit en die dateert uit de ‘route 66 tijd’. Deze vestiging zit pal aan route 66 en ziet er heerlijk retro uit. Ze hebben er overigens goede hamburgers en heerlijke shakes in allerlei smaken. We maken een gezellig praatje met de ‘waitress’ die ook zo graag wil reizen, maar nog niet zo goed weet hoe ze dit aan zal pakken. Ze vraagt belangstellend waar wij vandaan komen en vraagt dan of Nederland naast Noorwegen ligt. Ze zegt er nog onschuldig bij dat ze op school geen ‘A’ had voor aardrijkskunde. Maar ach, eerlijk gezegd weet ik ook niet alle staten van Amerika te benoemen en te vertellen waar ze liggen. Het is al laat in de middag geworden en we pakken een camping net buiten Springfield.
De volgende dag blijven we nog even hangen in Springfield om naar de Bas Pro shop te gaan. Dit is een gigantische outdoor winkel. En outdoor is hier wat anders dan wat je bij ons in de buitensportwinkels ziet. We komen binnen bij de ‘visvleugel’. Meters met hengels, bakken vol onderdeeltjes voor vliegvissen, waadpakken, etc. etc. Maar ook boten en quads. En het geheel wordt aangekleed met een krokodillenvijver, visvijver en de nodige opgezette dieren. Daarna komt er een iets ‘normaler’ deel met veel buitensport kleding. Aan de andere kant van de winkel kom je in een enorme ruimte met watervallen, opgezette beren, herten, wolven, enz. enz. en een gigantische jachtafdeling. Je kunt het zo gek niet bedenken of ze hebben het. We kijken hier onze ogen uit en vermaken ons een paar uur in deze gigantische winkel.
Hoewel het al het begin van de middag is, besluiten we toch nog maar een paar kilometertjes te gaan rijden. We maken onze rijdagen nooit lang. We stoppen veel in kleine plaatsjes of bezienswaardigheden waar we langskomen en ‘s middags gaan we vaak uitgebreid picknicken. Als het kan bij een speeltuin. We rijden meestal zo’n 150 km per dag. Hoewel we vandaag niet verwachten heel ver te komen, rijdt het onverwachts snel door en rijden we aan het einde van de middag de staatsgrens over Kansas in.
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!